Folkloristische dansgroep

 

Eén van de eerste activiteiten van de vereniging na de oprichting in 1948 was het opvoeren van een soort revue met daarin een scène waarin werd gedanst en in wezen vormde dit de aanzet tot de start van een folkloristische dansgroep. Het programma bestond in eerste instantie uit een tiental dansen en geoefend werd er alleen als er sporadisch een optreden werd aangenomen. In de loop van de jaren werd het programma uitgebreid en nam het aantal optredens toe. Een grote stap vooruit was het verkrijgen van het lidmaatschap van de Federatie van Folkloristische Groepen in Nederland; dit hield in dat men aan kwalitatieve eisen moest voldoen op het gebied van kleding, dansen, presentatie en muziek.

Op dit moment bestaat het programma uit een 30 tal dansen waarvan vele met zang; dit, gevoegd bij de begeleiding door levende muziek, maakt een optreden tot een vrolijke, ongedwongen erkenning van het verleden. Daarbij wordt getracht de presentatie en het karakter van het optreden toe te spitsen op het aanwezige publiek en daarmee elk optreden een extra dimensie te geven. Een andere activiteit is het geven van workshops dans op scholen waarbij de kinderen een paar dansen worden geleerd die passen bij hun leeftijd en mogelijkheden. Ook assisteren leden van de dansgroep bij diverse gelegenheden als vertegenwoordigers van de oude Drentse volkscultuur.

De groep heeft Drenthe en Nederland al vele malen in binnen- en buitenland vertegenwoordigd, o.a. in België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal en Zwitserland. De laatste tijd worden ca. 30 optredens per jaar gegeven. De hele groep is gekleed in authentieke kostuums van de Drentse boer en boerin, anno 1850/1875 op hoogtijdagen.

De dames dragen een gouden of zilveren oorijzer met mooie kanten muts en bijbehorende sieraden, zoals halsketting (slot), doekspeld en zilveren beugeltas; ook alles authentiek.
Het kostuum bestaat uit een rok, jakje, schort en witte omslagdoek.

De heren dragen een zwart kostuum, dat bestaat uit een kniebroek, vest (met daarop een zilveren of gouden horlogeketting), jas, zwarte hoge hoed, witte gebreide kousen en schoenen met zilveren gespen.

De dansers worden begeleid door een of twee accordeonisten. Meestal wordt er 3 maal zo’n 30 minuten gedanst met daartussen enige korte pauzes; in overleg is een andere indeling van de avond of middag ook mogelijk. In principe kan een dansgroepoptreden overal worden ingepast.

Over de uit te voeren dansen en de kleding wordt tekst en uitleg gegeven en ook komen traditionele bijzonderheden over de regio aan bod. Zo roept een optreden een leuk beeld van “vroegere tijden” op. Dit alles resulteert in een vaak zeer gezellige, vrolijke, sfeer waar toeschouwers en dansers nadien meestal met plezier aan terugdenken. Daar waar het mogelijk is, wordt ook het publiek bij het dansen betrokken.