Paasvuren

Aolvolk-Paasbultkeuring-201201Het huidige Paasfeest is volgens historici een mengelmoes van voorchristelijke gebruiken en geloofszaken. Men kende heel vroeger een soort lentefeest, waarbij vooral de vruchtbaarheid van de nieuwe lente centraal stond. Symbolen hiervan zijn o.a. de meiboom, de paashaas en ook de palmpaastak. Om het nieuwe centraal te zetten werd het oude symbolisch verbrand middels het bekende paasvuur.

Via de godsdienstige route is het Paasfeest ontstaan uit het Joodse Pesach, het feest van het ongezuurde brood, dat 7 dagen duurde en waarbij ook een offerlam werd gegeten. Dit feest herdacht de EXODUS van de Joden uit Egypte.

Later werd het ook overgenomen door de Christenen en werd het verbonden aan het lijden en sterven van Jezus. Bij het concilie van Nicea in het jaar 325 werd bepaald dat het paasfeest voortaan zou worden gevierd op de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente. Daarmee is het een symbolische herdenking geworden omdat het niet op een bepaalde datum wordt gehouden.

De symboliek gaat over het lijden en sterven van Jezus en wordt als volgt herdacht:
Op Palmzondag herdenkt men de glorieuze intocht van Jezus in Jeruzalem
Dan op witte donderdag begint het lijden van Jezus
Goede Vrijdag is het lijden en sterven
Stille zaterdag symboliseert de grafrust
1e Paasdag de opstanding van Jezus.

Ver voor Pasen waren er al jongeren actief:
Enerzijds zij die belijdenis gingen doen, waren al maanden bezig om zich hierop voor te bereiden tijdens de catechisatie. Anderzijds de dorpsjongens die al bezig waren met het verzamelen van takken en ander brandbaar materiaal. Elk dorp had hiervoor een bepaalde plaats buiten het dorp.

Naast takken en snoeihout ging het ook om oude onbruikbare zaken, vandaar het liedje:
Hej ok aolde wannen
Die wij kunnen brannen
Hej ok een bossie stroo of riet
Aans brand oes paosvuur niet.

Het niets geven lokte een ander lied uit:
Wi’j oes niet wat geven
Dan zu’j niet lang leven
Wi’j oes niet wat doen
Stop wij je de schörstien kroen(dicht).

Boven op de bult staat de meiboom, vaak een flinke berkentak waarvan het blad net ontluikt. Verder staat op enige afstand op een lange paal de teerton. Via een soort collecte die de jongens hielden werd deze bij de timmerman aangeschaft. Na 1880 goot men op de teer wat petroleum om het aansteken van de ton door het gooien met brandende takken te vergemakkelijken. Ook vroeger was het al nodig om de bulten te bewaken om te voorkomen dat ze voortijdig werden ontstoken.

Elk dorp had minstens 1 bult, Tiesing vermeldt dat hij vanuit Borger eens 22 bulten kon zien branden!  De paasvuurkeuring van ’t Aol’ Volk is in wezen niets nieuws want ook vroeger viel er veel eer te behalen aan de hoogte en grootte van de paasbulten. Een ander teken dat het paasvuur een in wezen heidense oorsprong heeft is het geloof of bijgeloof dat daar waar de rook over het land of door vruchtbomen trekt er sprake is van toename van de vruchtbaarheid. Het was echter zeer zeker ook een sociale gebeurtenis want jong en oud trok naar het vuur en de jongens en meisjes vermaakten zich kostelijk. Het zwart maken van de meisjes door de jongens was uiteraard een hoogtepunt net als het springen en dansen rond het vuur. Na afloop ging de jonkheid naar de herbergen om daar te dansen op harmonicamuziek terwijl de ouderen vaak met een meegenomen brandende tak het haardvuur ontstoken en thuis nog even napraatten over deze paasvreugd.

Ook aan Pasen was in sommige streken weer een agrarisch gebruik gekoppeld:
Knechten konden van dienst wisselen en in de veenstreken gingen sommigen nu tot aan juni in het veen turfsteken. Verder zijn er andere zaken aan Pasen gekoppeld: paasbloem voor narcis, ook tieloos genoemd en het door kinderen gebruikte gehaakte paasnettie.

Omdat het aantal paasvuren na de 2e wereldoorlog sterk terugliep ging men zich binnen ’t Aol’ Volk zorgen maken dat deze oude traditie zou verdwijnen en werd er een commissie benoemd die ging proberen het tij te keren. Zij doet dit door het keuren van de paasvuren met daaraan verbonden een wedstrijd wie de mooiste en hoogste bult heeft gemaakt. Sinds jaren is het aantal deelnemers gelukkig constant gebleven.